l> Jacobusvanmeer

De Antwerpse Genealoog 26,  juli - september 2004

Jacobus van Meer (1834-1914),

een pauselijk zouaaf uit Essen

Ruim twintig jaar geleden – tijdens mijn vakantie aan zee – kwam ik eerder toevallig in contact met Jacques Van Meer (1913 - 1999), toen 
wonende in het Limburgse Hasselt. Uit onze eerste gesprekken bleek spoedig dat ons beider "roots" teruggingen naar Essen (in het 
noorden van de provincie Antwerpen) en dat bovendien de oud pauselijk zouaaf die aldaar in de Stationsstraat had gewoond
en waarvan sommige oudere bewoners van die gemeente soms nog spraken, Jacques’ grootvader was.
Dankzij de bereidwilligheid van mijn zegsman kreeg ik inzage in diens familiearchief en meer bepaald
in de stukken met betrekking tot de dienstijd van zijn grootvader in het pauselijk leger. Hieronder volgt
een kennismaking met deze pauselijk zouaaf.

Zouaaf in zouavenmuseum Oudenbosch
Zouaaf in Zouaven-
museum Oudenbosch

Jacobus van Meer is geboren te Rucphen en Voorenseinde (Noord- Brabant, NL) op zondag 5 oktober 1834 als zoon 
van Antonius van Meer en Dingena Kas, en hij overleed te Essen op dinsdag 8 september 1914, 79 jaar oud.
Hij trouwde op 48-jarige leeftijd te Antwerpen op dinsdag 10 april 1883 (kerkelijk huwelijk in de kerk in de
Sint-Jozefparochie op dezelfde dag) met Maria Catharina Andriessen (41 jaar oud), geboren te Essen op donderdag 
4 november 1841 als dochter van Adrianus Andriessen en Joanna van Laerhoven. Zij overleed in Essen op donderdag 
5 februari 1925, 83 jaar oud. 

Al vroeg was Jacobus hoofd van een ouderloos gezin. Zijn vader stierf op 13 januari 1859 en zijn moeder op 20 juni 
1859, beiden te Sprundel. Zijn ouders lieten zeven kinderen na, waarvan de jongste nog maar drie jaar oud was bij 
hun overlijden.

In 1863 worden de eerste Nederlanders, die als groep naar het zouavenkorps vertrekken, uitgewuifd door pastoor
Willem Hellemans uit het Brabantse dorp Oudenbosch ten noorden van Roosendaal.

 

Ook Jacobus van Meer beslist om als pauselijk zoeaaf op te trekken, en op donderdag 2 juni 1864 begeeft hij zich naar Oudenbosch. Aldaar aangekomen in 
St. Louis krijgt hij een glaasje wijn, en worden zijn papieren gecontroleerd. Rond vijf uur wordt er een stevige maaltijd opgediend: een pond vlees de 
man, aangevuld met aardappelen, groenten, bier, wijn en sigaren, waarna pastoor Hellemans nog wat geestelijk voedsel serveert. "Jullie zijn de lijfwacht, de 
vuist van de paus," zegt hij, "zijn vertrouwelingen en de schrik van zijn vijanden. Daarom vechten jullie in het eerste gelid “gelijk weleer de engelen voor 
Israël vochten”; jullie zijn het leger Gods, dus gedraag je braaf, leg je niet op drank en vrouwen toe, houd lichaam en ziel in conditie." Dan volgen nog
enkele praktische wenken: de volgende dag
t; 's morgens om kwart voor zeven vertrek naar Roosendaal, daarna verder naar Brussel. Jacobus van Meer wordt
goedgekeurd voor de dienst en op 3 juni 1864  ingelijfd voor twee jaar:... a été admis au service de Sa Sainteté
comme simple soldat dans les régiments étrangers susdits, s’obligeant à servir fidèlement
pendant 2 années et à
prêter le serment prescrit dans les mains de l’autorité compétente,...
1./

Zijn inschrijvingsformulier vermeldt dat hij 156 cm lang was2, dat hij blauwe ogen had, bruin haar en een kleine neus en
ook dat zijn gezicht ovaal was. Van Brussel gaat het onder geleide naar Parijs en dan is het nog achtentwintig uur
sporen naar Marseille, waar hij anderhalve dag blijft. Op maandag 6 juni gaat de boot naar Civitavecchia, en vandaar
verder per spoor naar Rome. Op 8 juni 1864 vervoegt Jacobus van Meer zich bij de vijfde compagnie van het eerste bataljon pauselijke zoeaven en wordt hij in het stamboek opgetekend onder het nummer 1517 als zoeaaf 2de klasse.
Op 26 januari 1866 wordt hij bevorderd tot zoeaaf 1de klasse (3)
en op 30 juni 1866 beëindigt Jacobus Van Meer zijn eerste termijn als pauselijk zouaaf. Hij tekende nogmaals voor twee jaar en wel vanaf 6 oktober 1866. Hij vervoegde zich in Rome bij het tweede bataljon, vierde compagnie van het regiment zoeaven, en werd in het stamboek opgetekend onder het nummer 3068.
Volgens de inschrijvingen in het bedoeld stamboek begint hij zijn tweede ambtstermijn als zoeaaf 2de klasse; toen evenwel werd vastgesteld dat hij eind juni 1866 met verlof was gezonden als zoeaaf 1ste klasse, werd hij vanaf 15 februari 1867 opnieuw benoemd als zoeaaf 1ste klasse.
4
rapport Jacob van Meer
Hij streed op 3 november 1867 mee in de slag bij Mentana. Hij ontving hiervoor het Mentana-kruis. Later kreeg hij, zoals alle zoeaven, ook de Bene Merenti medaille. Hij beëindigde zijn tweede dienstverbintenis op 15 oktober 1868. Thuis gekomen zal het wel stil geweest zijn. Geen ouders meer, zusters en broers weg uit Sprundel. Zo vertrekt hij op 18 december 1868 uit zijn geboortedorp en vestigt zich in Essen om op de pastorie bij pastoor F.G. Hermans (thans "De oude pastorij", Essendonk) diverse werkzaamheden te verrichten. Hij blijft daar tien jaar, tot 26 augustus 1878.
Vanuit Essen trekt hij naar Wouw om zich te voegen bij zijn zusters en broers die zich daar gevestigd hadden. Na slechts één jaar werd Antwerpen
zijn woonplaats en het was daar dat hij zijn toekomstige vrouw ontmoette, met name Maria Catharina Andriessen. Jacobus was knecht bij Christianus
Oomen (°1840), gevestigd als hovenier in de Lange Leemstraat 357; deze laatste was afkomstig van Ginneken (Nederland) en getrouwd met Adriana
Vanderaa (°1833), eveneens afkomstig uit Ginneken
5.
Zijn toekomstige Maria Catharina was meid bij Petrus Sweerts (°1809), rentenier, afkomstig uit Hoegaarden (provincie Brabant), en wonende in
de Consciencestraat 18; deze was getrouwd met Catharina Margo Titz (°1812) afkomstig van Monschau (Pruisen).
6 Na hun huwelijk op 10 april 1883
vestigden Jacob en zijn vrouw zich in de Provinciestraat 106; kort nadien verhuisden zij naar Essen, in de Statiestraat (thans Stationsstraat 127).
 

Bidprentje Jacobus van Meer

Uit hun huwelijk werden twee kinderen geboren :

1. Antonius Adrianus van Meer, adjudant van de Rijkswacht, geboren te Essen (Statiestraat) op
maandag 29 september 1884, overleden te Ronse op zondag 5 februari 1939, 54 jaar oud. Hij was 
gehuwd met Mathilde Ketelers, geboren te Veurne op woensdag 23 augustus 1882, overleden te
Oostkamp op woensdag 13 mei 1959, 76 jaar oud.

2. Anna Petronella van Meer, geboren te Essen (Statiestraat) op dinsdag 6 september 1887, 
overleden te Essen op 11 december 1972, 85 jaar oud. Zij was gehuwd met Cornelis (Nelis) 
Van Hooydonck, zoon van Carolus Cornelis Van Hooydonck en Maria Catharina Claessens, 
geboren op zondag 11 februari 1877, overleden te Essen op dinsdag 25 juni 1968, 91 jaar oud.
Nelis was kleermaker.

Toeval of niet, de (mannelijke) afstammelingen van Jacobus van Meer zullen gedurende generaties
kiezen voor een militaire loopbaan. Zijn zoon Antoon werd ingelijfd bij de Rijkswacht, zijn kleinzoon
Jacques (mijn zegsman) werd beroepsonderofficier bij het Belgisch leger en de afstammelingen uit
de daaropvolgende generaties vonden eveneens hun weg bij het leger.

 

terug volgende

Startpagina: thuis