l>
De Antwerpse Genealoog 26, juli - september 2004
Jacobus van Meer (1834-1914),
een pauselijk zouaaf uit
Essen
Ruim twintig jaar
geleden – tijdens mijn vakantie aan zee – kwam ik eerder
toevallig in contact met Jacques Van Meer (1913 - 1999),
toen |
|
|
Jacobus van Meer is geboren te
Rucphen en Voorenseinde (Noord- Brabant, NL) op zondag 5
oktober 1834 als zoon
Al vroeg was Jacobus hoofd
van een ouderloos gezin. Zijn vader stierf op 13 januari
1859 en zijn moeder op 20 juni
In 1863 worden de eerste
Nederlanders, die als groep naar het zouavenkorps
vertrekken, uitgewuifd door pastoor
|
Ook Jacobus van Meer beslist
om als pauselijk zoeaaf op te trekken, en op donderdag 2
juni 1864 begeeft hij zich naar Oudenbosch. Aldaar
aangekomen in St. Louis krijgt hij een glaasje wijn, en worden zijn papieren gecontroleerd. Rond vijf uur wordt er een stevige maaltijd opgediend: een pond vlees de man, aangevuld met aardappelen, groenten, bier, wijn en sigaren, waarna pastoor Hellemans nog wat geestelijk voedsel serveert. "Jullie zijn de lijfwacht, de vuist van de paus," zegt hij, "zijn vertrouwelingen en de schrik van zijn vijanden. Daarom vechten jullie in het eerste gelid “gelijk weleer de engelen voor Israël vochten”; jullie zijn het leger Gods, dus gedraag je braaf, leg je niet op drank en vrouwen toe, houd lichaam en ziel in conditie." Dan volgen nog enkele praktische wenken: de volgende dag |
t;
's morgens om kwart voor zeven
vertrek naar Roosendaal, daarna verder naar Brussel. Jacobus
van Meer wordt goedgekeurd voor de dienst en op 3 juni 1864 ingelijfd voor twee jaar:... a été admis au service de Sa Sainteté comme simple soldat dans les régiments étrangers susdits, s’obligeant à servir fidèlement pendant 2 années et à prêter le serment prescrit dans les mains de l’autorité compétente,...1./ Zijn inschrijvingsformulier vermeldt dat hij 156 cm lang was2, dat hij blauwe ogen had, bruin haar en een kleine neus en ook dat zijn gezicht ovaal was. Van Brussel gaat het onder geleide naar Parijs en dan is het nog achtentwintig uur sporen naar Marseille, waar hij anderhalve dag blijft. Op maandag 6 juni gaat de boot naar Civitavecchia, en vandaar verder per spoor naar Rome. Op 8 juni 1864 vervoegt Jacobus van Meer zich bij de vijfde compagnie van het eerste bataljon pauselijke zoeaven en wordt hij in het stamboek opgetekend onder het nummer 1517 als zoeaaf 2de klasse. Op 26 januari 1866 wordt hij bevorderd tot zoeaaf 1de klasse (3) en op 30 juni 1866 beëindigt Jacobus Van Meer zijn eerste termijn als pauselijk zouaaf. Hij tekende nogmaals voor twee jaar en wel vanaf 6 oktober 1866. Hij vervoegde zich in Rome bij het tweede bataljon, vierde compagnie van het regiment zoeaven, en werd in het stamboek opgetekend onder het nummer 3068. Volgens de inschrijvingen in het bedoeld stamboek begint hij zijn tweede ambtstermijn als zoeaaf 2de klasse; toen evenwel werd vastgesteld dat hij eind juni 1866 met verlof was gezonden als zoeaaf 1ste klasse, werd hij vanaf 15 februari 1867 opnieuw benoemd als zoeaaf 1ste klasse.4 |
|
Hij streed op 3 november
1867 mee in de slag bij Mentana. Hij ontving hiervoor het
Mentana-kruis. Later kreeg hij, zoals alle zoeaven, ook de
Bene Merenti medaille. Hij beëindigde zijn tweede
dienstverbintenis op 15 oktober 1868. Thuis gekomen zal het wel stil
geweest zijn. Geen ouders meer, zusters en broers weg uit
Sprundel. Zo vertrekt hij op 18 december 1868 uit zijn
geboortedorp en vestigt zich in Essen om op
de pastorie bij pastoor F.G. Hermans (thans "De oude
pastorij", Essendonk) diverse werkzaamheden te verrichten.
Hij blijft daar tien jaar, tot 26 augustus 1878. Vanuit Essen trekt hij naar Wouw om zich te voegen bij zijn zusters en broers die zich daar gevestigd hadden. Na slechts één jaar werd Antwerpen zijn woonplaats en het was daar dat hij zijn toekomstige vrouw ontmoette, met name Maria Catharina Andriessen. Jacobus was knecht bij Christianus Oomen (°1840), gevestigd als hovenier in de Lange Leemstraat 357; deze laatste was afkomstig van Ginneken (Nederland) en getrouwd met Adriana Vanderaa (°1833), eveneens afkomstig uit Ginneken5. Zijn toekomstige Maria Catharina was meid bij Petrus Sweerts (°1809), rentenier, afkomstig uit Hoegaarden (provincie Brabant), en wonende in de Consciencestraat 18; deze was getrouwd met Catharina Margo Titz (°1812) afkomstig van Monschau (Pruisen).6 Na hun huwelijk op 10 april 1883 vestigden Jacob en zijn vrouw zich in de Provinciestraat 106; kort nadien verhuisden zij naar Essen, in de Statiestraat (thans Stationsstraat 127). |
Uit hun huwelijk werden twee kinderen geboren :
1. Antonius Adrianus van Meer,
adjudant van de Rijkswacht, geboren te Essen (Statiestraat)
op
2. Anna Petronella van Meer,
geboren te Essen (Statiestraat) op dinsdag 6 september
1887,
Toeval of niet, de
(mannelijke) afstammelingen van Jacobus van Meer zullen
gedurende generaties
kiezen voor een militaire loopbaan. Zijn zoon Antoon werd ingelijfd bij de Rijkswacht, zijn kleinzoon Jacques (mijn zegsman) werd beroepsonderofficier bij het Belgisch leger en de afstammelingen uit de daaropvolgende generaties vonden eveneens hun weg bij het leger.
|
terug | volgende |
Startpagina: thuis