Uit BN/De Stem 27-01-2007
Herinneringen aan het Van Ingenhouszplein
Door Ron Gregoor
Zaterdag 27 januari 2007 - BREDA – De pabo van Avans Hogeschool verhuist in de carnavalsvakantie naar het nieuwe pand aan de Hogeschoollaan. De oude school aan het Ingenhouszplein komt leeg te staan. Drie oud- studenten halen herinneringen op.
Piet van Meer, Theo Wouters en Laura van den Elshout (vlnr) in de markante hal van het schoolgebouw aan het J. Ingenhouszplein. Voorheen was hier de ingang naar de kapel die de laatste jaren is gebruikt als mediatheek. Foto: Johan van Gurp
Theo Wouters:
„Als ik aan mijn studietijd denk, denk ik aan muziek. Ik speelde in die tijd al piano en accordeon, we kregen blokfluitles. We hadden een schoolbandje, de Tad Pole Five. Ze noemden ons de kwakkebollen, ik denk omdat we toen als ‘kwekeling’ bekend waren. We maakten overal muziek. Niet alleen op school, maar in de hele regio. Overal waar er een feest was, daar speelden wij.“
Piet van Meer
:
„Ze
waren heel streng in die periode, dat weet ik nog wel.
Voordat ik werd toegelaten moest ik eerst op gesprek komen bij de directie, ze wilde zien of ik wel genoeg gemotiveerd was.“
Theo Wouters
:
„In
mijn tijd waren het allemaal broeders, die les gaven. Het viel mij niet zo op dat ze heel erg streng waren. De ene wat meer dan de
ander. Broeder Dominicus, de directeur, noemde me altijd Teetje. En iedere vrijdag om vier uur moesten we naar de kapel, voor een mis. Dat wel.“
Piet van Meer
:
„Toen
ik hier studeerde, waren er al wat meer leken leraar.
In het algemeen
viel het wel mee met de strenge schoolmeesters. We hadden een broeder die wiskunde gaf, zijn naam ben ik vergeten. Hij kon totaal geen orde houden. Ik weet nog dat het hem weleens teveel werd,
hij viel dan op zijn knieën voor het kruisbeeld dat voor in de klas stond en riep: Heer vergeef het hen, zij weten niet wat ze doen. Dat soort dingen vergeet je niet snel.“
Laura van den Elshout
:
„Ik
heb geen les gehad van broeders. Ik vond het hier heel knus, heel gezellig. Een prima sfeer, leuke leraren. Heel modern ook. We waren altijd met een groepje van vijf. Na schooltijd bleven we altijd plakken in de aula om nog na te praten. Die sessies duurden vaak
uren. En met de leraren organiseerden we musicals. Ieder jaar, hier heb ik mijn liefde voor drama en muziek opgedaan. Met dank aan Theo Wouters, die toen al mijn docent muziek was.“
Theo Wouters:
„Zeker in het begin was iedereen bang van broeder Dominicus. Zijn blik alleen al was genoeg om onze haren overeind te doen rijzen.
We hadden eens een lezing van een dichter, wij interesseerden ons daar niet voor en wilden naar huis, stiekem. We hadden onze fietsen
al gepakt, maar wie stond er in de poort: Juist, de directeur. ‘Waar gaan wij naartoe’, zei hij dan. ‘Naar de dichter
’
antwoordden we
bedeesd.“
Piet van Meer:
„We hadden les van Wout Jansen, die rookte per lesuur van vijftig minuten vijf sigaretten.
Three
Castle, ik weet het nog goed. In de klas,
dat zou nu niet meer kunnen.“
Laura van den Elshout
:
„Wij
waren best braaf in die tijd. Ik weet nog dat we voor een geschiedenisles het gebouw moesten verkennen. Nu staat er boven op het dak een klein prieel, daar mochten we nooit komen, dachten wij. Nieuwsgierig als wij waren, liepen we daar natuurlijk meteen heen. De deur was gewoon open en je had van daar uit een prachtig uitzicht op de stad. Met rode hoofdjes kwamen we terug in de klas, vertelden waar we geweest waren en de leraar zei: Goed gedaan, en wat voor historische ontdekkingen heb je daar gedaan? Niets eigenlijk.“
Piet van Meer
:
„Muziek, daar deden wij niet zoveel aan, wij voetbalden meer. Ik zat in hetzelfde jaar als bijvoorbeeld Addy Brouwers,
het
icoon van NAC. En John Hendriks, die nu nog steeds les geeft aan een school in Oosterhout. En Rien Teeuwen uit Teteringen. We hadden gym van ‘de ouwe Frits Siegmund’, zo noemden we die. Hij heeft, geloof ik, ook nog jaren lesgegeven aan het OLV. Tijdens de les deed hij niets anders dan in een hoekje sigaretten te roken. Om de een of andere reden had hij een hekel aan Ad Brouwers. Waarom, dat mag Joost weten. Maar Addy kon geen goed doen bij hem. Ik hoor hem nog zeggen: Brouwers, deruit.“
Theo Wouters:
„Kennen
jullie Parlimans? Die was doof. Hij stelde je een vraag. Als je het niet wist, vroeg je het aan je buurman. Die antwoordde dan en Parlimans had niks in de gaten.“
Piet van Meer
:
„En
Sjef de Bakker? Dat was een Belg, die dronk bier als hij zijn brood op at. Wij vonden dat heel gek in die tijd. Maar in België, zei hij,
doet iedereen dat.“
Laura van den Elshout:
„Het is niet omdat hij erbij zit, maar Theo Wouters is een van de docenten die
het
meeste indruk op mij heeft gemaakt. Als je binnen
kwam, zat hij al aan de piano. Nee, zelf speel ik geen instrument. Ik heb het wel geprobeerd. Gitaarles, maar dat werd toch geen succes.“
Theo Wouters
:
„Wij
hebben heel veel gehad aan broeder Vincentius, de conciërge. Als eerstejaars was je daar bang van, het leek een heel stugge man. Maar later, als vierdejaars, kon je alles bij hem gedaan krijgen. Hij regelde letterlijk alles voor ons als we met het orkest moesten spelen.
Hij ging zelfs mee.“
Laura van den Elshout
„De musicals, de toneelstukken, daar kijk ik met het meeste plezier op terug. En de reisjes.“
Theo Wouters:
„Broeder
Benedictus organiseerde in de jaren zestig al reizen naar Rome. In 1964 gingen we drie weken, met de bus door Frankrijk,
Monte Carlo en terug over Duitsland. We zijn zelfs op audiëntie geweest bij paus Paulus VI.“
Piet van Meer:
„Wij gingen zelf, naar
Zeeuws-Vlaanderen. De Braakman en Cadzand.“
Theo Wouters
:
„Na
schooltijd waren wij vaak met muziek bezig. Natuurlijk kwamen we ook wel in het café, hier in de buurt.“
Piet van Meer:
„Max Heijnen en het
Hollands
Koffiehuis, daar zaten wij vaak. In het eerste jaar dat wij hier kwamen, wij waren de eerste havo-groep van
de mammoetlichting, vonden wij het nogal stijfjes. Dat veranderde snel. Iedereen voelde zich hier erg op zijn gemak.“
Laura van den Elshout
„Ik heb aan de school altijd een warm gevoel overgehouden, een gevoel van menselijkheid. Wij kwamen niet zo vaak in het café, we bleven uren in de aula zitten.“
Theo Wouters
:
„Wat
ze nu met het leegstaande gebouw moeten doen? Tsja, moeilijk. Het zal heel wat kosten om het gebouw te moderniseren en leefbaar te maken. Misschien een kantoor van maken.“
Piet van Meer
:
„Of
een museum, dat lijkt me nog beter. Moet je die ruimten zien, het is een schitterend gebouw. Het zou zonde zijn als dat voor de samenleving verloren zou gaan.“
volgende
pagina